Water (H2O) is een fascinerende vloeistof met bijzondere eigenschappen [I]. De meest bekende is ongetwijfeld dat water uitzet als het bevriest. Water heeft ook een uitzonderlijk hoge warmtecapaciteit, oppervlaktespanning en viscositeit. Al deze bijzondere eigenschappen van water zijn het directe gevolg van het waterstofbrugnetwerk waarmee de watermoleculen aan elkaar vastzitten. Dit netwerk bevat veel ruimte omdat het watermolecuul een knik maakt (de twee OH-groepen maken een hoek van ~104,5°), en omdat de OH-binding en de 0-H---0-waterstofbrug bij voorkeur dezelfde richting hebben. In ijs leidt dit tot een vrijwel perfect tetraëdrisch netwerk van waterstofbruggen met vrij grote holtes. In vloeibaar water is dit ruimtelijke netwerk deels ingestort, wat verklaart waarom water een hogere dichtheid heeft dan ijs.